Moeders wil is wet?

‘Oh nee hè, kijk nou wat er gebeurt, dat gaat niet goed, het kleintje wordt verstoten!’ roept mijn dochter verschrikt als ze ziet hoe de moederijsbeer haar jong op de grond laat stuiteren. Ik sus dat het zo’n vaart niet zal lopen, dat het voor de moeder ook allemaal nieuw is en ze het nog moet leren en dat ijsbeerbaby’s daar op gebouwd zijn. Acht jaar geleden stond ik zelf te stuntelen met mijn eersteling en vreesde ik de dag dat ’t kindje in een onbewaakt ogenblik van de commode zou vallen. Wat voelde ik me onhandig en onzeker, en ik kon haar ook niet vragen of ik het allemaal wel goed deed. Ik prutste met kleertjes aantrekken, aarzelde over wel of niet troosten bij het huilen en wist me geen raad als ze niet wilde slapen volgens het schema van de kraamzuster. [...] Lees verder

Veiligheid voor alles

“Mama, zag je dat? Die mevrouw deed heel boos omdat haar kindje op de glijbaan probeerde te klimmen. Ze pakte het meteen weg van de tweede tree van het trappetje.” Estelle is verontwaardigd naar me toegerend en kijkt me nu met grote vragende ogen aan. Ik zag het gebeuren en het verbaasde me ook, maar hoe leg je een kind van zes uit dat je als ouder altijd schippert tussen ‘laten gaan’ en ‘ingrijpen’. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer. Het ge-pas-op en kijk-uit is vaak niet van de lucht in een speeltuin. Vaak al voordat er sprake is van enig gevaar. Nu moet je als ouder ongelukken zien te voorkomen, dat spreekt, maar de truc is die waarschuwingen dan wel op het goede moment te laten klinken en ze niet te pas en te onpas uit te kramen. [...] Lees verder

Herstel

Week in, week uit ploeter ik bij de handwerkles. Mijn naald stroef van het zweet in mijn handen, de draad verfomfraaid van het vele uithalen en opnieuw beginnen. De jongens mogen houtbewerken, jaloers kijk ik naar buiten waar ze bezig zijn spijkers in hun plankjes te slaan. Dat zou ik ook wel willen. Maar ik ben tien en heb geen keus, ik ben een meisje en dus heb ik handwerkles. Wanneer ik na maanden het resultaat trots mee naar huis neem zegt mijn moeder “wat is dat voor broddelwerk, haal maar uit, dat kan veel netter”. Vanaf die dag krijg ik op mijn vrije woensdagmiddag thuis naailes. Ik haat het maar tegensputteren helpt niet. Pas als ik perfecte naden stik op het machine, een schortje heb geborduurd en een patroon tot nachtjapon weet om te toveren mag ik stoppen. [...] Lees verder

Moeders op het droge

Ze vechten er nog net niet om maar de schermutselingen om een stoel op de eerste rij te bemachtigen lijken er verdacht veel op. Gaan deze vrouwen naar een popconcert? Welnee, met hun neus tegen het raam geplakt volgen ze de verrichtingen van hun nageslacht. Het commentaar is niet van de lucht. Met grote gebaren denken ze hun kinderen bij te staan in de zwemles. Hun monden mimen d o o r z w e m m e n en ze maaien met hun armen door de lucht. Als er al een moeder is die het waagt even naar de wc te gaan wordt ze meteen door de andere moeders bijgepraat over wat er in de tussentijd allemaal gebeurd is.

Ik raak niet uitgekeken. [...] Lees verder

Voor wat, hoort wat?

Mijn jongste rent zich de benen uit het lijf om mij van sapjes, kusjes en tekeningen te voorzien terwijl mijn oudste zich al twee dagen niet laat zien aan mijn griepbed. Nu de ergste koorts wat aan het zakken is vraag ik mijn man om haar naar boven te sturen. Gereserveerd staat ze aan het voeteneinde. Als ik mijn hand uitsteek komt ze aarzelend dichterbij en gaat op de rand van het bed zitten. ‘Ik moest komen. Wat is er?’ vraagt ze nurks. Want Rosa houdt niet van zieke mensen. “Gewoon, ik wou je even zien, ik had je al zolang niet meer gezien, dat is alles.” ‘Oh?’ klinkt het verbaasd en langzaam ontdooit ze een beetje. Zodra ze de kans schoon ziet maakt ze zich uit de voeten maar het lijntje is weer gelegd en daar was het me om te doen. [...] Lees verder

Politie-moeder

 “Kom meisjes aan tafel, we gaan boterhammen eten. Nee, echt stoppen met schommelen nu, dat was de afspraak.”
“Jawel, wél handen wassen, kijk maar eens hoe zwart ze zijn.”
“Hola, eerst een boterham met hartig, dan pas een met zoet.”
“Ga eens rechtzitten, knieën onder de tafel en met vier poten op de grond graag.”
“Nee, nee, niet twee boterhammen met chocopasta achter elkaar.”
“Niet je mes aflikken, met je vinger of aan je boterham.”
“Aan tafel blijven, we wachten tot iedereen klaar is met eten.”
Zomaar een lunch op zomaar een dag. Reuzegezellig, al lees je dat niet af aan bovenstaande teksten. Tussen neus en lippen door handhaaf ik de regels. Op veel dagen gaat dat inmiddels spelenderwijs, heb ik het zelf niet eens in de gaten. [...] Lees verder