Heb ik het adres eigenlijk wel goed genoteerd? Hopelijk klopt de tijd die in mijn agenda staat. Ze hebben zichzelf aangemeld, dat is mooi. Als ze nu maar niet verwachten dat ik met een toverstafje alles kom oplossen. Wat is hun vraag ook alweer? Heb ik alles wel goed doorgenomen?
‘Zeg, doe eens rustig jij, je zit helemaal te bibberen achter het stuur, wat is dat nou?’ spreek ik mezelf vermanend toe. Terwijl ik onderweg ben naar een nieuw gezin meanderen onzekere vragen door mijn hoofd. Ik ken het inmiddels van mezelf. Het blijft spannend om voor het eerst ergens over de drempel te stappen. Wat tref ik aan? Vinden we elkaar? Tegelijkertijd is het mijn manier om me op te laden, scherp te stellen, nieuwsgierig te worden en afgestemd te raken.
Als ik aankom – netjes op tijd en jawel het naambordje klopt – zijn er extra feestelijke koekjes bij de koffie, zitten pa en ma er klaar voor en komen de dochters onmiddellijk naar beneden om zich voor te stellen. Vader knoeit met de koffiemelk, waarop moeder bij het redderen met een doekje de bloemenvaas bijna omstoot. ‘Och toch, dat gebeurt anders nooit’, zeggen ze verontschuldigend en ik snap dat ze net zo zenuwachtig zijn als ik. Veroordeeld tot elkaar met de bedoeling dat we een poosje samen oplopen. Minimaal een half jaar, maar meestal langer. Ik heb hun verhaal gelezen maar ik ken ze nog niet, en zij kennen de reputatie van het bedrijf waarvoor ik werk maar hebben geen idee wie hen nu is toegewezen. We moeten samen aan de slag, de vastgestelde doelen van het intakegesprek hijgen ons al in de nek.
Maar vandaag nog even niet. Eerst maar eens hallo zeggen, kennismaken, luisteren – een beginnetje van een verbinding smeden.
Dit stukje verscheen ook in Ouderschapskennis, jaargang 17 nr. 3
Recente reacties