De mensen die een luizenprotocol moeten opschrijven zijn niet te benijden. Die wriemelende beestjes tussen de haren, achter de oren en in de nek veroorzaken bij de meeste mensen enorme jeuk. Alleen al als je eraan denkt, krijg je de neiging even op je hoofd te krabben. Toch? Voel je het al kriebelen? Kun je nagaan hoeveel fantoomjeuk je krijgt als je er een heel protocol over moet schrijven…

Het is boeiend hoe ongemerkt sturend taal kan zijn. In de gezondheidszorg is daar de laatste tijd veel aandacht voor. Onderzoek laat zien dat als je mensen vooraf vertelt dat iets pijn gaat doen, zij ook echt meer pijn ervaren. Als artsen en verpleegkundigen hun taalgebruik aanpassen en woorden met negatieve associaties vermijden (zoals pijn, prikken, branden, stinken enzovoorts) blijken medische handelingen comfortabeler voor patiënten te zijn, en ook beter te verlopen. Bij het maken van MRI’s is het bijvoorbeeld belangrijk dat je goed stil ligt. Meestal is de instructie ‘blijft u vooral goed stil liggen, anders moet het over’, wat veel stress (en dus onrust) geeft. In een onderzoek zocht men uit wat er gebeurt als je de focus in instructie op positieve taal legt.  ‘Maak het u zo comfortabel mogelijk, dan lukt het beter om rustig te liggen en slaagt de MRI in één keer’ bijvoorbeeld. Het aantal MRI’s dat in één keer lukte vloog omhoog! Taal kan zowel negatieve als positieve verwachtingen en gevoelens oproepen. Daar kun je dus gebruik van maken. Ook in het contact met ouders.

Als kind was ik gefascineerd door de aanhef ‘geachte ouders/verzorgers’ op brieven die ik meekreeg van school. ‘Verzorgers’ deed me denken aan zielige kinderen zonder ouders die in weeshuizen opgroeien. Maar ik kende niemand bij mij op school waarop dat van toepassing was, dus wie waren dan die mysterieuze verzorgers? Als kind kon ik daar van wakker liggen. Als ouder was ik verbaasd dat die afstandelijke non-descripte aanhef nog steeds gebruikt wordt. Hoeveel warmer klinkt het als je ‘beste mensen’ schrijft?

Taal doet ertoe. Met taal kun je maken en breken. Met taal kun je vertrouwen winnen, samen optrekken laagdrempelig maken en wederzijdse compassie bevorderen. In de tekstwereld is ‘show don’t tell’ daarbij een belangrijk begrip. Niet zéggen dat je samenwerking met ouders belangrijk vindt, maar dat laten vóelen in wat je schrijft. Als je bij het schrijven van appjes, mailtjes of nieuwsbrieven actief in gedachten houdt dat elke ouder het beste wil voor zijn/haar kind en ouderschap daarom kwetsbaar maakt, wordt je taal vanzelf oudervriendelijk en verbindend. Jeuken je vingers al? De moeite waard om uit te proberen, toch? Benieuwd of net als bij die MRI’s de positieve effecten je straks om de oren vliegen.

 

Geschreven voor de nieuwsbrief van Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *