Bizar hoe kinderen je zwakke plekken altijd weten te vinden. Doe ik nog zo mijn best om het schap met de koekjes voorbij te lopen in de supermarkt, komt mijn jongste enthousiast aanzetten met chocoladebiscuitjes. Het geringste spoortje twijfel van mijn kant maakt dat ze de ruimte pakt waarvan ik nog niet in de gaten had dat ie er was. Want ik hou héél erg van chocoladekoekjes maar ik vind eigenlijk dat we ze niet moeten kopen. Maar eigenlijk is niet duidelijk genoeg voor een kind.
Dus als ik eigenlijk vind dat ze maar één koekje bij de thee mogen terwijl ik er zelf wel meer zou willen, dan vragen ze er twee. Als ik eigenlijk op de fiets naar school wil maar ervan baal dat het regent, gaan ze zeuren of we met de auto gaan. En wanneer ze van mij eigenlijk niet op hun telefoon mogen, maar ik heb niet goed bedacht waarom niet, blijven ze wegen zoeken om uitzonderingen te vinden en voeren we telkens weer strijd.
En dan is er ook nog dat knagende schuldgevoel dat kinderen perfect weten te voeden. Als ze klagen dat ze naar de BSO moeten ‘omdat wij zoveel willen werken’. Dat ze die ene oppas niet leuk vinden en ‘of we niet een andere keer naar de film kunnen gaan’. Of als ze willen dat ik me opgeef om mee te gaan met het schooluitje, ‘ah toe toe toe’, terwijl het niet mijn sterkste kant is om vrolijk mee te doen in groepen.
Meestal hou ik heel veel van ze, maar dat is niet mijn favoriete deel van het opvoeden. Dat je telkens weer keuzes moet maken. Dat het pas werkt als je er pal achter staat. Kinderen reageren meer op lichaamstaal en intuïtie dan op wat ze horen zeggen. Dus de binnenkant en de buitenkant moeten samen kloppen. Dat is precies de moeilijkheid van consequent zijn. Dat lukt pas als je het eens bent met jezelf…
Geschreven voor de nieuwsbrief van Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs
Recente reacties