Vandaag is de geboortedag van Alice van der Pas, de ‘Grand Old Lady van de ouderbegeleiding’, zoals Herman Baartman haar noemde in het in memoriam van Trouw toen ze in juli 2017 overleed. Ze is vaak in mijn gedachten. ‘Wat zou Alice zeggen?’, vroeg ik me bijvoorbeeld deze week af bij alle berichten over ‘kwetsbare gezinnen’ en ‘kinderen die onveilig zijn thuis’.
Ze had een pesthekel aan de term ‘kwetsbare gezinnen’, dat weet ik wel. Ze zou erop wijzen dat het niet primair gaat om kwetsbaarheid, maar om veerkracht. Beschermende factoren houden de meest fragiele systemen op de rails, terwijl gezinnen die het ogenschijnlijk voor de wind gaat, bij het minste zuchtje wind van het padje kunnen raken. Dat was precies wat haar fascineerde. Dat ze daarbij tegen de stroom in roeide en geen vrienden maakte bij de hulpverleners die gewend waren om de kant van het kind te kiezen, maakte haar alleen maar strijdbaarder in haar missie.
Wat dat betreft is er weinig nieuws onder de zon, helaas. Ook in deze coronatijden springt iedereen pavloviaans in de startblokken ‘want de kinderen moeten worden beschermd’. Dat getuigt van weinig vertrouwen in het kunnen van ouders. Als je het hebt over beschermen, schuift het al snel naar controleren en ingrijpen met normatieve vingertjes die bepalen waar de lat moet liggen. Terwijl 99% van de ouders, net als (bijna) iedereen in de samenleving, het beste wil voor kinderen. Er zijn helemaal geen tegengestelde belangen. Door oog te hebben voor ouders en solidair met hen te zijn, help je ook de kinderen.
In de media gaat het ondertussen onafgebroken over ‘risico’, ‘onveilig’ en ‘oplopende achterstanden’. Toch zijn er niet significant meer meldingen of adviesvragen over huiselijk geweld binnengekomen bij Veilig Thuis, zo meldde Nu.nl. En de Kindertelefoon vertelde in Op1 dat er weliswaar meer gebeld wordt, maar dat het vooral kinderen zijn die hun verhaal kwijt willen, die hun vriendjes en de juf missen, die bang zijn dat het virus hun opa en oma treft, dat ze zich vervelen – maar opvallend weinig ‘echte ellende’. Wel zijn er ‘heel veel zorgen’ volgens de media. Niet voor zichzelf want 97% denkt het wel vol te kunnen houden (RTL nieuws), maar vooral voor anderen.
‘Wat zou Alice zeggen?’, vroeg ik me af. Hoe kunnen we al die helden die zo graag willen redden duidelijk maken dat ze van de regen in de drup raken door zich tegenover ouders op te stellen in plaats van solidair naast ouder te gaan staan? Alice zou op zijn minst een scherpe ingezonden brief naar de krant hebben gestuurd. En vol vertrouwen, als de druppel die de steen uitholt, blijven hameren op aandacht voor solidariteit met ouders.
Solidair zijn met ouders kan in het klein en in het groot. Stuur een kaartje, steek de handen uit de mouwen, glimlach extra hard waar nodig, organiseer opvang voor wie dat kan gebruiken, bied je aan om te sparren of stoom af te blazen, verzin oplossingen voor knelpunten, spreek je waardering uit, wees genereus met financiële regelingen – doe vooral wat nodig is. Maar onthoud alsjeblieft bij alles wat je doet, en voel dat in elke vezel van je lijf; elke ouder wil het beste voor zijn/haar kind. Daarom maakt ouderschap kwetsbaar. Dus heb een beetje compassie, en doe alles wat je voor kinderen wil doen sámen met ouders. Uiteindelijk zijn zij de continue factor (en daarmee het fundament van onze samenleving). ‘Let een beetje op elkaar’, zei Rutte. Alice zou daar denk ik van maken ‘help elkaar een beetje’.
Dit artikel verscheen ook op LinkedIn. Een bewerking ervan verscheen op 9 april in Trouw
Recente reacties