“Mam, mogen we chips?” ‘Ja hoor schatjes, met hoeveel vriendjes ben je? Nog wat drinken erbij?’ Op het uitdijende ligbeddenlandschap naast mij is het een komen en gaan van kinderen en volwassenen. Ik krijg maar niet helder wie bij wie hoort en de onuitputtelijke tas van de madre famiglia komt rechtstreeks uit het bijbelverhaal van de 2 vissen en de 3 broden. Al drie keer heb ik haar horen zeggen dat ze zo dadelijk weggaan bij het zwembad maar ‘zo dadelijk’ is blijkbaar een rekbaar begrip.
Heel anders dan mijn buren aan de andere kant. ‘Sharon, Michael kom! Nee, NU het water uit. We gaan naar huis.’ Zonder pardon het water uit gecommandeerd. Maar niet dat de vader kwaad is hoor, dat niet. De twee kinderen zitten gedwee op te drogen in de zon terwijl vader rustig de spullen inpakt. Ik kijk even de andere kant op (er is zoveel te kijken aan de rand van het zwembad) en een tel later zijn ze al vertrokken.
Fantastisch zo’n live laboratorium om ouders te observeren in hun min of meer natuurlijke habitat, ik kijk mijn ogen uit op deze zonnige middag bij het franse campingzwembad.
‘Thomas, hoe komt het nou dat je niet op de tijd gelet hebt?’ De moeder zit gehurkt naast het bad en neemt haar tijd om uit te vinden waarom haar zoon niet op de afgesproken tijd is komen lunchen. ‘Je weet dat ik het goed vind dat je alleen gaat zwemmen, maar dan moet ik er wel op kunnen rekenen dat je de tijd in de gaten houdt zoals we dat hebben afgesproken. Was je te druk of had je geen zin in eten? Dat heb je soms met de warmte. Kom je er even uit, dan praten we erover.’
‘Als we de parasol nou daar zetten, want de zon draait zo, dan kunnen we hier ongeveer anderhalf uur blijven.’ Mijn nieuwe buren installeren zich. De identieke handdoeken passen perfect op het zonnebed, en hebben hetzelfde motiefje als de meegebrachte strandtas. De kinderen zijn thuis al waterproof ingesmeerd en krijgen de laatste instructies mee; ‘kijk even goed waar we zitten en zoek een oriëntatiepunt zodat je ons niet kwijt kunt raken. Als je ons toch niet meer kunt vinden dan meld je je bij de daar bij de ijsverkoper en laat je je armbandje zien waar ons 06-nummer op staat.’ De achtjarige zoon knikt verveeld “ja-ha, dat weet ik nou wel”, zegt-ie. Om zijn vader voor te zijn vervolgt zoonlief met “en als we een pakje drinken krijgen blijven we daarna uit het water om op te drogen en gaan we naar huis.”
‘Van wie is deze korte broek?’ Naast mij onderneemt di mama de zoveelste poging om het spul zover te krijgen om terug naar de tent te gaan. De jongste plonst nog maar ’s in het water. ‘Ah nee Rikkie, nee, nou ben je weer helemaal nat en je was net opgedroogd. Nou ja, eventjes dan nog, dan verzamel ik alvast onze spullen.’
Aan de overkant ligt een stel te lezen in de schaduw. Hij met opgespaarde zaterdagse bijvoegsels van de NRC en zij verzonken in ‘Knielen op een bed violen’. Tegen een uur of vier hoor ik hem zeggen: De kinderen zijn nu al twee uur onafgebroken in de zon, ik geloof nooit dat factor 30 daarvoor bedoeld is.’ “Volgens de gebruiksaanwijzing is het wel toegestaan”, zegt zij. ‘Ik weet het niet, ik vind het toch een fijner idee als ze nu het water uitkomen en een T-shirt aantrekken.’ Hij roept zijn kinderen bij zich en houdt ze een T-shirt voor. ‘Oooow, jij ook altijd met je anti-huidkanker’ hoor ik ze zuchten. Ik schat ze een jaar of tien, twaalf maar ze doen (nog) wel wat hij zegt.
Achter mij wordt intussen druk onderhandeld tussen een moeder en haar kleuters. ‘Ik wil eigenlijk wel naar huis, ik moet ook nog eten koken straks en ik heb het ook wel gehad hier.’ “Maar wij willen nog blijven, het is veel te leuk. Ah toe, mogen wij nog blijven?” ‘Nou niet alleen, daar zijn jullie nog te jong voor. Maar ik snap wel dat jullie het zo fijn hebben. Weet je wat, dan ga je nog één keer van de glijbaan en nog één keer in het diepe bad en daarna gaan we naar huis.’ “Twee keer van de glijbaan!” ‘OK, twee keer van de glijbaan. Maar daarna geen gezeur meer, dan gaan we echt meteen.’ “OK!” en zoeff, weg zijn ze.
De moeder naast mij heeft intussen geregeld dat een andere volwassene haar kinderen in de gaten houdt zodat zij naar huis kan om het eten voor te bereiden. Iedereen is van harte uitgenodigd om mee te komen eten.
Kom, het is voor mij ook ’s tijd om op te stappen. Nu eerst mijn kinderen nog uit het water zien te krijgen…
Met dank aan de door https://www.vanwifferen.nl gedefinieerde opvoedstijlen. In willekeurige volgorde zijn hierboven de huisouder, onderhandelaar, therapeut, activist, coördinator en onderzoeker live gesignaleerd aan de rand van het zwembad. Wie is wie, en waarin herken je jezelf?
Da’s een goeie. Wat voor ouder ben je. Ik probeer de onderhandelaar te zijn, maar soms is mijn geduld daarvoor niet helemaal toereikend, evenals mijn vermoeidheid. En dan word ik toch een heel ander type….:))
Prachtig opgetekend en ik moet mij geheel aansluiten bij Zintuigen. :-)
Grappig! Bij de titel vermoede ik iets heel anders…..iets naars…..pff dat valt weer mee.
dag zintuigen en thera, in bepaalde situaties eindigen we allemaal als activist ;-) Het leuke van de methode van Matti is te onderzoeken waar je doorschiet in je dominante opvoedstijl en hoe je op subtiele wijze andere opvoedstijlen kunt gebruiken om patronen te doorbreken. Erg boeiende materie, die ouders aanspreekt in hun kracht ipv in hun tekortschieten. En dat spreekt mij dan weer erg aan….
Mooi stuk. Kweenie wat ik ben. coordinator maar ook wat ongeduldig, gericht ook op eigen dingen. Voetbal en eten moet op tijd. Nog twee keer de glijbaan en dan naar huis (eten kost een uur en overanderhalf uur is voetbal).
kweenie; geen kids.
Zelf was ik van het type dat nog gauw effe in het water dook en vervolgens met natte kleren aan naar huis ging.
Wat bij mijn kinderen goed werkte is dat ik ruim van te voren aankondigde dat we weer naar huis zouden gaan. Als kind (en als volwassene) had ik er altijd een hekel aan als ik zomaar stante pede mijn activiteiten moest afronden. Mijn ouders waren zeer autoritair, ruimte voor onderhandelen was er nooit en dat vond ik als kind natuurlijk ook heel vervelend.
Als er geen dringende reden is om op tijd weer naar huis te gaan ben ik heel soepel als ze langer willen blijven. Wat is er leuker dan spelende kinderen die het naar hun zin hebben?
Maar als ik er genoeg van heb gaan we naar huis en wee het kind dat zich dan als een jammerende dweil gedraagt……
Hmm. Wat ik ben, of wat ik graag zou willen zijn? :-)
Leuk, ik ben meteen gaan kijken. Interessant, dat je eerst onderzoekt wat je sterke en zwakke kanten zijn en daar dan aan sleutelen! Groetjes!